Tot 1900
  Home | Tot 1900 | 1900-1920 | De jaren '20 | De jaren '30 | De jaren '40 | De jaren '50 en '60 | De jaren '70 | De jaren '80 | De jaren '90 | Anno 2000  

Situatie in Geldrop voor 1900
Voordat we beginnen met het beschrijven van de gebeurtenissen in de twintigste eeuw, komt hier eerst een stukje over alles wat zich voor deze eeuwwisseling afspeelde in Geldrop.

In Geldrop was al enkele eeuwen een schooltje in het centrum van Geldrop. Deze school stond in de Kerkstraat. Aan het begin van de negentiende eeuw gaf één leraar, Nicolaas Posthumus, les aan alle leerlingen in Geldrop en Zesgehuchten. In die jaren kwamen de eerste onderwijswetgevingen. Daardoor steeg het aantal leerlingen.
Een van de eerste nieuwe wetgevingen betekende het einde van het protestante karakter in Nederlandse scholen. Vanaf 1803 was de Geldropse school openbaar.
Door al die wetten kwamen er dus een hoop regels bij. Aangezien de gemeente Geldrop niet veel geld tot zijn beschikking had, probeerde Geldrop steeds te ontkomen aan die regels. Zo kon de school bijvoorbeeld niet uitgebreid worden, ondanks het almaar stijgende aantal leerlingen. Een extra leraar kon om dezelfde reden ook niet.
In 1825 stierf Posthumus, en moest de gemeente dus een nieuwe leraar benoemen. Dat werd Joannes Frederikus ter Borgh, een geboren Amsterdammer. Hij moest dus les geven aan meer dan honderd leerlingen, helemaal in zijn eentje. In 1928 besloot de gemeenteraad om eindelijk een ondermeester aan te stellen.
Nog steeds nam het aantal leerlingen erg toe, mede door de kwaliteiten van hoofdonderwijzer Ter Borgh.
Daarom werd toch besloten om de school uit te breiden.
In die tijd werd het ook mogelijk voor de armere mensen in Geldrop om hun kinderen naar school te sturen. Dit werd mogelijk gemaakt door het armbestuur.
Tot 1857 bleef het leerlingen-aantal op deze school stijgen. Vanaf dat jaar veranderde er wat.

Rond 1857 kwamen er namelijk twee scholen bij in Geldrop. Zo was er een bijzondere school gekomen, op het Bogardeind. Deze school was alleen voor meisjes. Het onderwijs op deze school werd gegeven door nonnen, en de school had dus een sterk religieus karakter.
Door deze meisjesschool én door weer nieuwe wetten nam het aantal leerlingen nog meer toe dan ooit tevoren. Gelukkig hoefde nu niet al die leerlingen meer naar dezelfde school, door de totstandkoming van de meisjesschool én door de bouw van een openbare school in Zesgehuchten.
Deze school startte in 1867 met 26 jongens en 15 meisjes. Precies 6 jaar later was dat aantal al zo sterk toegenomen, dat de school te klein was geworden. Er werd dus een nieuw onderkomen gebouwd, terwijl het voormalige schoolgebouw werd ingericht als raadhuis.

Terug naar de school in de Kerkstraat. Door de stijgende inwonersaantallen in Geldrop werd het aantal leerlingen toch groter op de oudste school van Geldrop. Dit ondanks de twee nieuwe scholen. Daarom werd in 1869 begonnen aan de bouw van een nieuw onderkomen voor deze school. Dit nieuwe onderkomen werd pal tegenover de oude school gebouwd.

Hoofdonderwijzer Ter Borgh maakte deze bouw niet meer mee. Hij stierf vlak voordat de eerste steen werd gelegd. Ter Borgh werd opgevolgd door de heer Simons. Hij had nog steeds maar één hulponderwijzer tot zijn beschikking, maar in 1878 werden dat er verplicht drie. Men moest nu een soort stagiaire aanstellen, want er was niet genoeg geld om drie hulponderwijzers elke maand loon te geven. Een stagiare was dus goedkoper, maar de kwaliteit van het onderwijs werd er niet beter op. In 1888 werd de school weer uitgebreid, en zeven jaar later was de school weer te klein. Zo ging het nog lang door met deze school, steeds weer veel te weinig lokalen. Pas in 1916 werd dit probleem opgelost, maar daarover meer. Ook het geringe aantal leraren was een terugkomen probleem.